In de debuutroman van Patricia Mollenhauer gaan feit en fictie samen: ‘Ik vond écht botten in mijn achtertuin’
‘Het verhaal speelt bij mij in de achtertuin’. Meestal is dat figuurlijk bedoeld. Niet bij Patricia Mollenhauer. In haar eerste boek blijft ze héél dichtbij zichzelf.
Martijn de Koning 03-12-21, 09:00
Of lees hier verder:
,,Bekenden die mijn werk lezen, hóren mij het bijna vertellen”, erkent Patricia. Het eerste boek van de inwoonster van Bakendorp, bij Baarland, is net uit. En hoofdpersoon Janine Hartmann heeft in ‘Het beest van Bakendorp’ érg veel gelijkenissen met Patricia zelf.
Janine en Patricia hebben veel overeenkomsten
De vondst leidt tot een speurtocht van Janine naar de herkomst van de menselijke resten én naar haar eigen afkomst. En díe heeft weer aardig wat overeenkomsten met het levensverhaal van Patricia zelf. ,,Janine heeft dezelfde gezinssituatie als ik. Ze woont op dezelfde plek, ze heeft ook wel grotendeels hetzelfde karakter – meer nog dan ik in eerste instantie in de gaten had. En ze heeft ook veel vragen over haar vader, net als ik.”
Patricia heeft best een bewogen leven achter de rug. ,,Mijn vader was een donkere man, mijn moeder een Zeeuwse. Ze was 17 jaar toen ze mij kreeg.” Tegen de gewoonten van destijds in stond haar moeder – tiener, alleenstaand en ‘ook nog’ met een donker kind – Patricia niet af. Haar opa sprong bij. ,,Hij was binnenvaartschipper, ik voer vaak met hem mee.” In die tijd zocht haar vader Patricia nog wel regelmatig op. ,,Maar dat werd minder, en uiteindelijk stopte het. En nu weet ik te weinig van hem om hem nog te kunnen vinden.”
Patricia woonde in Limburg en later in Vlaanderen, was een poosje model, werd gekroond tot miss Limburg en bracht een lingerielijn op de markt. Sinds drie jaar woont ze in Bakendorp en is de cirkel rond, want het ouderlijk huis van haar opa – via haar moeders kant – stond daar ook. ,,En mijn oma kwam uit Oudelande. Er ligt hier dus veel familiegeschiedenis.”
Patricia is een laatbloeier
Veel ervaringen die Patricia opdeed in haar leven komen samen in haar boek. Dat is een spannende thriller, maar ook familie- en streekgeschiedenis, de Zeeuwse identiteit en ‘anders zijn’ spelen een rol. ,,Ik heb wel altijd gevoeld dat ik anders ben dan anderen. Veel dingen waren niet vanzelfsprekend, alleen maar vanwege mijn huidskleur.” Zo viel het haar ook op dat er onder thrillerauteurs maar weinig donkere schrijvers zijn. ,,En daardoor zit er ook weinig variëteit in de hoofdrolspelers in die verhalen, en wordt dus ook vaak eenzelfde soort achtergrond belicht.”
Ze is, op haar 50e, een laatbloeier als debuterend schrijfster, erkent Patricia. ,,Ik had altijd al wel het idee om dingen op te schrijven, maar het kwam er nooit van.” Tot de vorige eigenaar van haar woning vertelde dat ze op een oud kerkhof woont, en dat ze ‘niet raar moest opkijken als de hond eens met een bot naar binnen zou komen’. ,,Dat vond ik zo intrigerend. Ik ben toen boeken over de streekgeschiedenis gaan lezen, en zo ontstond vanzelf een verhaal.”
Dat realiteit en fantasie door elkaar lopen, ervaart Patricia nog steeds. Het boek is weliswaar klaar, maar ze vond wel onlangs in haar tuin nog skeletresten. Ze laat het zien: een compleet dijbeen, een stuk onderkaak met vier tanden… ,,Het is fascinerend: het kerkhof hier is waarschijnlijk na de zestiende eeuw niet meer gebruikt. Dus deze botten zijn echt honderden jaren oud. En aangezien mijn voorouders hier vandaan komen, zóu het familie van me kunnen zijn.”
Stof genoeg voor nieuwe verhalen, zou je denken. ,,Die komen er inderdaad, maar in een ander genre en met een andere achtergrond. Ik ben nu bezig met een erotische thriller. En ik heb ook al ideeën voor een derde boek. Maar daar mag ik van mezelf pas aan beginnen als het tweede klaar is.”

0 reacties